Eventuele steun voor de maatregel om thuis te moeten blijven om het coronavirus te bestrijden (augustus 2020)

Om de curve van het virus af te zwakken en het verspreiden van het virus tegen te gaan, nemen overheden wereldwijd maatregelen die een ernstig inbreuk zijn op burgerrechten en individuele vrijheid. Zulke maatregelen heeft bijna niemand nog zo ervaren tijdens zijn/haar leven.

Social distancing maatregelen zijn alleen effectief als iedereen zich eraan houdt. Hoewel dit kan worden afgedwongen door de politie en handhavers van de gemeente, en het je niet eraan houden bestraft kan worden, is het vanuit het oogpunt van de burgerrechten niet wenselijk en niet haalbaar om dit met volledige overheidscontrole te doen. Het succes van de maatregelen om het virus te stoppen hangt in een belangrijke mate af van de wijdverspreide steun, goedkeuring en vrijwillige nakoming van de maatregelen. 

Onderzoekers van de Universiteit van Bonn, het Institute of Labor Economics (IZA) uit Bonn, en Tilburg University hebben in maart de steun voor het eventueel verplicht thuis blijven onderzocht in het LISS panel. Het merendeel van de ondervraagden zou dit ondersteunen en zou bereid zijn om zich te houden aan zo’n maatregel. Toch is niet iedereen hiertoe bereid.

Veel steun voor de restricties die nu gelden
Na de eerste regionale maatregelen begin maart, werden na de eerste persconferentie van minister-president Rutte op 12 maart landelijke maatregelen voor social distancing genomen. Scholen gingen dicht op 15 maart, en ook cafés en restaurants, sportcentra, sauna’s en dergelijke moesten hun deuren sluiten. Op 23 maart werden de regels strenger: men werd geadviseerd zoveel mogelijk thuis te blijven, anderhalve meter afstand te houden, sociale contacten te vermijden, en dus zouden ook grote bijeenkomsten niet mogen. Maar een volledige lockdown (verplicht thuisblijven), zoals in Spanje en Italië het geval was, volgde niet.

In maart werd aan de LISS panelleden gevraagd of ze vonden dat de overheid te weinig of te veel maatregelen nam om het coronavirus te bestrijden als het ging om het garanderen van medische zorg, het beperken van sociale contacten (door o.a. het sluiten van openbare ruimtes), en het beperken van de economische schade.
De maatregelen van de overheid worden breed ondersteund door de bevolking. Ongeveer 60% denkt dat de acties die zijn genomen voldoende zijn om medische zorg te garanderen. Ook het beperken van sociale contacten (57%), en het beperken van de economische schade (65%) wordt ondersteund. De communicatie met de Nederlandse bevolking scoort zelfs nog beter: 71% van de ondervraagden kan zich hierin vinden.

 

Bereidheid om zich te houden aan verplicht thuis blijven is hoog, maar vertrouwen dat anderen zich eraan houden niet
92 van de 100 respondenten die niet werkzaam zijn in een cruciale beroepsgroep geven aan zich te zullen houden aan thuis blijven als de overheid dat verplicht. Maar op de vraag hoeveel van de honderd mensen men dénkt dat zich hieraan zal houden, is het antwoord een stuk pessimistischer: 73 van de 100.  Het aantal respondenten dat zich niet aan het thuis blijven zegt te zullen houden, schat zelfs in dat 56 van de 100 mensen zich hieraan ook niet zullen houden.

Niet bereid zijn zich te houden aan maatregelen per leeftijd, geslacht en inkomen
Als we kijken naar het zich houden aan de maatregelen valt op dat het vooral jongeren zijn die hiertoe niet bereid zijn.  Van de jongeren onder de 25 jaar is 50% minder bereid zich aan de maatregelen te houden dan een gemiddelde oudere persoon. Zo'n sterk verschil doet zich ook voor naar geslacht. Bij de mannelijke respondenten is 50% minder bereid zich aan de maatregelen te houden, dan bij de vrouwelijke respondenten. Een op de tien mannelijke respondenten zou zich niet houden aan het thuisblijven.
Er is ook een verschil als we kijken naar het beschikbare netto inkomen. De 25% laagstbetaalden zouden bijna twee keer zo vaak niet bereid zijn zich aan de maatregel van thuisblijven te houden dan de bovenste 25%, de hoogstbetaalden. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat hoger betaalde werknemers makkelijker thuis kunnen werken.  Vóór het coronavirus werkte bijvoorbeeld al 31% van hen weleens thuis, terwijl dat bij de laagstbetaalden slechts 18% was.

Redenen om zich niet aan het thuisblijven te houden
Aan de respondenten is ook gevraagd waarom ze zich niet aan de maatregel om thuis te blijven zouden houden. De redenen kunnen in grofweg drie groepen worden verdeeld. Men zou zich niet aan de maatregel houden omdat men het een inbreuk op hun vrijheid vindt, ze bang zijn zich te gaan vervelen, of omdat ze zich niet geraakt voelen door de uitbraak van het coronavirus. We noemen dat individuele motieven. Een tweede groep heeft zogenoemde extrinisieke motieven. Deze mensen hebben verplichtingen, of zijn niet bang om bestraft te worden. De derde groep vindt dat de maatregelen het coronavirus niet zullen bestrijden, dat de maatregelen onterecht zijn. Deze groep heeft efficiëntie motieven.

Op basis van gerichte boodschap steun krijgen van de bevolking voor een maatregel
Het is belangrijk dat we deze motieven begrijpen zodat berichten over te nemen maatregelen beter afgestemd kunnen worden, en er zo meer steun komt voor bijvoorbeeld zo’n strenge maatregel als thuisblijven.  Blijven mensen niet thuis omdat ze de maatregel niet efficiënt en onterecht vinden, dan zou de boodschap erop gericht moeten zijn met feiten aan te tonen dat het wel degelijk effect heeft.  Hebben mensen individuele motieven dan kan de boodschap meer erop gericht zijn iemands burgerplicht te benadrukken. En hebben mensen verplichtingen en zouden ze zich daarom niet aan de maatregel houden, dan zou de overheid het makkelijker moeten maken om bijvoorbeeld werk en gezin te kunnen combineren.

Individuele motieven worden het vaakst genoemd als reden om niet thuis te zullen blijven als die maatregel zou worden ingevoerd. Meer dan een derde van de mensen die zich niet eraan zouden houden, ziet het als een inbreuk op de vrijheid. Bijna net zoveel mensen geven aan bang te zijn zich dan te gaan vervelen. Minder hoog scoren de motieven dat de maatregelen onterecht of inefficiënt zijn. Het minst spelen extrinsieke motieven een rol.
Jongere mannelijke respondenten (< 25 jaar) zouden zich het meest niet aan de maatregel van thuisblijven houden uit individuele motieven: bijna 4 van de 5 mannelijke jongeren, tegenover de helft van de andere leeftijdsgroepen. Kijken we naar geslacht, dan hebben 2 van de 3 mannen individuele motieven, tegenover minder dan de helft van de vrouwen. Een verschil in opleiding en inkomen is minder duidelijk.
De individuele motieven zijn moeilijk aan te pakken als je de bevolking in het algemeen erop wijst dat social distancing effect heeft als een maatregel tegen het coronavirus. Er moet iets worden gevonden om de van hun vrijheid houdende ─voornamelijk─ jongere mannen zover te krijgen zich eraan te houden door gericht deze groep aan te spreken, ook als ze zo gesteld zijn op hun vrijheid.

Dit stukje is een vrije vertaling van het Engelstalige rapport van Ingo E. Isphording en Maria Balgova van IZA. Het Engelstalige rapport kun u hier vinden