Lage opkomst bij de gemeenteraads-verkiezingen van 2022: hoe komt dat nou? (oktober 2022)

De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022 was lager dan ooit bij gemeenteraadsverkiezingen (maar 51% van de kiesgerechtigden ging stemmen). Ondanks bijzondere omstandigheden (coronacrisis en de oorlog in de Oekraïne) lijkt er geen sprake te zijn van een unieke situatie. Sinds de opkomstplicht in 1970 is afgeschaft, is er altijd een verschil geweest tussen de opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen en de gemeenteraadsverkiezingen. 

Onderzoekers van Nederlandse universiteiten, het Sociaal en Cultureel Planbureau en onderzoeksbureau EMMA hebben onderzoek gedaan naar deze lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. 

Het onderzoek is onder andere gebaseerd op de deelname van LISS panelleden aan het Landelijk Kiezersonderzoek 2018 (1995 personen) plus een nieuwe groep panelleden van 18 jaar en ouder (1557 personen). Door het opnieuw bevragen van de respondenten uit 2018, was het mogelijk om op individueel niveau de veranderingen tussen 2018 en 2022 te analyseren. Daarnaast is een aanvullende vragenlijst gebruikt onder niet-stemmers waarvan er 485 uit het LISS panel kwamen.  De vragenlijst kon worden ingevuld tussen 2 en 31 mei 2022.

Een lagere of hogere opkomst zou geen graadmeter zijn voor wel of geen goede democratie. Een lage opkomst heeft dus eerder te maken met gebrek aan o.a. vertrouwen in de politiek onder bepaalde stemmers én niet-stemmers. De zorgen van niet-stemmers zouden dus moeten worden aangepakt.

Factoren die verklaren of iemand wel of niet gaat stemmen (individueel niveau) hebben te maken met iemands hulpbronnen (o.a. opleidingsniveau), blootstelling aan campagnes en media-aandacht, het belang dat men hecht aan de verkiezingen, gewoonte, een gevoel van burgerplicht, politieke interesse en zelfvertrouwen.

Enkele opvallende punten uit het onderzoek

  • De kans op niet-stemmen was groter voor jongeren en voor inwoners met een meer praktische opleiding, een huurwoning, of een migratieachtergrond. Dit kan voor een deel worden verklaard door de beschikbaarheid van informatie over de campagne, de ervaren relevantie van het gemeentebestuur, en door psychologische factoren zoals de mate van lokaal politiek vertrouwen, regionale binding en interesse in de lokale politiek.
  • Onbekendheid met de campagne, een laag politiek vertrouwen, politiek wantrouwen, een gebrek aan lokale verbinding en/of weinig tot geen interesse in de lokale politiek in combinatie met het feit dat veel mensen het heel moeilijk vinden om een keuze te maken tussen partijen verklaren waarom men niet gaat stemmen. Dit was voor 2018 zo, maar geldt ook nu weer. Maar er is ook een verschil: wie in 2018 positief was over de daadkracht van het gemeentebestuur van zijn/haar gemeente, bleef in 2018 eerder thuis. Wie ontevreden was, ging naar de stembus. In 2022 is dit juist het tegenovergestelde: meer tevredenheid met het gemeentebestuur zorgde ervoor dat de mensen minder snel thuisbleven. 
  • Bij bepaalde groepen kiesgerechtigden ligt het percentage niet-stemmers duidelijk hoger, met name bij vrouwen, jongeren, inwoners met een praktische opleiding, Nederlanders met een migratieachtergrond en inwoners van zeer stedelijke gemeenten. Geen vertrouwen in de politiek wordt vaker als beweegreden genoemd door mensen met een praktische opleiding. Mensen met een theoretische opleiding stemmen vaker uit principe niet. Vrouwen en mensen met een theoretische opleiding noemen vaker hun tevredenheid met het gemeentebestuur als reden om niet te gaan stemmen.
  • Van de kiezers die bij de Tweede Kamerverkiezingen gingen stemmen bleef ruim een derde thuis bij de gemeenteraadsverkiezingen. Dit lokaal niet-stemmen hing vooral samen met geslacht, migratieachtergrond en vertrouwen in het lokaal bestuur.
  • Gekeken naar politieke opvattingen van stemmers en niet-stemmers zijn er overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen met name op het gebied van cultuurbeleid, het opvangen van vluchtelingen en de veiligheid in de gemeente. 
  • Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 bracht 69% van de jongeren onder de 25 jaar een stem uit, maar bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 was dat percentage slechts 36%. Veel jongeren raken eerst in landelijke politiek geïnteresseerd en pas op latere leeftijd in lokale politiek. Verder bracht slechts 24% van de jongeren met alleen een vmbo-diploma een stem uit tegenover 42% van de jongeren met een hoger opleidingsniveau.  Deze opleidingskloof is, net zoals bij de landelijke verkiezingen, veel groter dan onder oudere kiezers. Opleiding hangt sterk samen met lokaal politiek zelfvertrouwen en politieke interesse, wat mogelijk de verschillen verklaart in opkomst tussen inwoners met een theoretische en praktische opleiding bij de gemeenteraadsverkiezingen. Deze verschillen zijn zorgelijk, want inwoners met verschillende opleidingen hebben ook op het lokale niveau andere beleidsvoorkeuren. Om deze kloof te voorkomen zouden er structurele oplossingen moeten komen, zoals een versterking van het burgerschapsonderwijs op vmbo en mbo scholen.
  • De opkomst onder kiesgerechtigden met een migratieachtergrond was tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen lager dan de opkomst onder kiesgerechtigden zonder die afkomst. De lage opkomst lijkt een gebrek aan politieke kennis en vertrouwen onder deze groep te zijn. Zo'n 400.000 van de 13,6 miljoen kiesgerechtigde inwoners had geen Nederlandse nationaliteit. Zij stemmen minder, lijkt het, door gebrek aan interesse, beperkte lokale binding en een taalbarrière.
  • Inwoners van weinig- en niet-stedelijke gemeenten staan minder cynisch tegenover de lokale politiek en het functioneren van de gemeenteraad dan inwoners van (middel)grote steden. Dit is een opvallend verschil met opvattingen over de landelijke politiek.

 

Bijzondere omstandigheden in 2022?

  • Er is in 2022 minder landelijke media-aandacht geweest voor de gemeenteraadsverkiezingen, mogelijk als gevolg van het uitbreken van de oorlog in Oekraïne. 
  • Burgers hadden ondanks de coronapandemie iets meer contact met het gemeentebestuur en waren tevredener met het functioneren van de raadsleden.
  • Het vertrouwen in de politiek is in 2022 iets lager dan in 2018, maar verschilt weinig ten opzichte van 2016. Wel geven meer Nederlanders aan niet te weten hoeveel vertrouwen ze hebben in de lokale politieke instituties.
  • Veelgenoemde redenen die niet-stemmers zelf noemen zijn praktisch (geen tijd, op vakantie), of gaan over een gebrek aan vertrouwen (met name in de politiek in het algemeen), over een gebrek aan interesse in en kennis over de politiek, en over het feit dat ze niet wisten waarop ze moesten stemmen. Corona lijkt een kleine rol te spelen, Oekraïne speelt niet mee in de motieven van thuisblijvers. 
  • Ongeveer een kwart van de niet-stemmers kan niet aangeven wat er moet veranderen om mensen zoals zij wél naar de stembus te krijgen. Anderen noemen dat de (lokale) politiek zich anders moet opstellen, en een betere informatievoorziening. Politici en partijen zouden daadkrachtig en eerlijk moeten zijn, en luisteren naar de bevolking. Het belang van de gemeente en het stemmen zou meer nadruk verdienen, en de standpunten en verschillen tussen partijen moeten duidelijker. 

De politiek is aan zet
Om de opkomstcijfers bij de gemeenteraadsverkiezingen te verbeteren zijn de belangrijkste aanbevelingen:

  1. Lokale politici moeten vaker hun gezicht laten zien en echt luisteren naar bewoners;
  2. Lokale politici moeten hun beloftes concreet maken en ze nakomen;
  3. Er moet gebruik worden gemaakt van intermediairs (lokale omroepen, kranten, sleutelfiguren) die een schakel zijn tussen bewoners en lokale politici;
  4. Er moet worden geïnvesteerd in het politieke bewustzijn en vertrouwen van de jeugd.

 

Meer lezen? Kijk op de website van de Rijksoverheid. Daar vindt u het rapport en de begeleidende brief aan de Tweede Kamer van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, Hanke Bruins Slot. Het rapport en de begeleidende brief zijn ook de bron van bovenstaand nieuwsitem.