'Ongebonden spiritualiteit' in het dagelijkse leven (oktober 2009)

De meeste kerken verliezen steeds meer leden. Veel mensen zoeken naar de zin van hun leven buiten de gevestigde religies om. Ze laten zich soms wel inspireren door religieuze, spirituele of filosofische ideeën, maar horen niet meer bij een kerk, moskee of vergelijkbare organisatie. In oktober 2009 stelden we u enkele vragen over spiritualiteit, zingeving en levenshouding. Uit de antwoorden blijkt dat een kwart van de Nederlandse bevolking op zo’n manier 'ongebonden spiritueel’ is. Wie zijn deze mensen, wat geloven ze en hoe brengen ze dat in praktijk?

De ongebonden spirituelen bestaan voor een groter deel uit vrouwen (59%) dan mannen (42%). Ze zijn iets hoger opgeleid dan gemiddeld en wonen iets vaker in de stad dan op het platteland. Juist omdat het mensen zijn die hun eigen weg zoeken, lijkt het logisch dat ze onderling nogal verschillen in hun spirituele denkbeelden, ervaringen en activiteiten. Voor een deel klopt dat. Maar ook binnen een kerk, moskee of andere religieuze gemeenschap is niet iedereen hetzelfde qua geloofsideeën, gevoelens en activiteiten. In hoeverre verschillen de ongebonden spirituelen (OS) van gelovigen die wel bij een religieuze groepering (RG) horen? Enkele gegevens:

Ongebonden spirituelen zijn sterker gericht op het eigen innerlijk als bron van spiritualiteit. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de mening dat:
- alle antwoorden in jezelf te vinden zijn. (OS 41% tegenover 33% RG);
- je moet vertrouwen op je innerlijke stem (OS 79% tegenover 68% RG);
- je je diepere Zelf moet ontwikkelen (OS 43% tegenover 32% RG).

Ook vinden ze veel vaker dat:
- je verschillende levenswijsheden en praktijken kunt combineren tot wat het beste bij je past (OS 76% tegenover 58% RG);
- ieder zijn eigen waarheid heeft (OS 77% tegenover 62% RG).

Alternatief en paranormaal
Ongebonden spirituelen geloven veel vaker dan mensen die bij een religieuze groepering horen in alternatieve geneeswijzen als reiki (anderhalf maal vaker), in paranormale zaken als astrologie en horoscopen (bijna tweemaal zo vaak) en de mogelijkheid van contact met overledenen (OS 34% tegenover 19% RG). Ook doen ze vaker aan yoga (OS 21% tegenover 15% RG) en reiki (OS 12% tegenover 7% RG).

Opvallende resultaten
Er wordt vaak gezegd dat ongebonden spirituelen sterk gericht zijn op innerlijke ervaringen en ervaringen van verbondenheid met anderen en de natuur. Velen van hen hebben die ervaringen ook. Maar mensen die bij een religieuze groepering horen, hebben ze iets vaker.

Zijn ongebonden spirituelen (of een deel van hen) minder intensief bezig met hun geloof? Opmerkelijk is dat 24% van hen aangeeft dat de spirituele overtuigingen geen invloed hebben op hun dagelijks leven. Voor mensen die wel bij een religieuze groepering horen is dit slechts 10%.

 

Sociale betrokkenheid
De verminderde invloed van kerken zou een negatieve invloed hebben op de samenleving. De onderlinge solidariteit van mensen gaat verloren. Ongebonden spirituelen zijn egotrippers. Is dat wel zo?

Uit de antwoorden blijkt dat voor een meerderheid van hen (61%) het persoonlijk geluk sterk afhangt van het geluk van de mensen om hen heen. Slechts 11% van hen voelt zich niet verantwoordelijk voor het welzijn van de maatschappij, en dat is minder dan het gemiddelde van de bevolking (12%).

Maar dragen zij ook daadwerkelijk bij aan het welzijn van de maatschappij? Zijn ze bijvoorbeeld vrijwilliger voor een organisatie voor humanitaire hulp, mensenrechten, minderheden, of immigranten? Dat doet 2% van hen, en ze blijven daarbij achter bij de mensen die wel bij een religieuze groepering horen: daar doet 5% aan vrijwilligerswerk.

Je kunt ook kijken naar de verantwoordelijkheid die mensen nemen voor het milieu, met het oog op de toekomstige generaties. Dan blijkt dat zij iets meer dan gemiddeld vinden dat we de wereld voor de volgende generatie goed moeten achterlaten. Ze ondernemen dan ook meer dan gemiddeld actie op dat gebied, bijvoorbeeld door geld te geven aan natuur- of milieuorganisaties (42%) of door energiebesparende maatregelen in huis te nemen (61%).

Conclusie: op de meeste punten van sociale betrokkenheid scoorden ze net iets lager dan de mensen die wel bij een religieuze groepering horen. Maar tegelijk ook veel hoger dan niet-gelovigen.

Over het onderzoek
De vragenlijst over spiritualiteit maakt deel uit van het promotieonderzoek van Joantine Berghuijs van de Universiteit Utrecht.