Een onderzoek naar de invloed van verenigingen en maatschappelijke organisaties op tolerantie en vooroordelen
Zouden vooroordelen afnemen als autochtonen en allochtonen meer contact hebben? En draagt sociaal verkeer tussen mensen met verschillende politieke voorkeuren bij aan de tolerantie?
In verschillende sociale wetenschappen bestaat het idee dat mensen er baat bij hebben als ze in contact komen met mensen die anders zijn dan zij. Maar er is nog weinig bekend over waar die contacten zouden moeten plaatsvinden, en welke omstandigheden gunstige effecten opleveren.
In verenigingen en maatschappelijke organisaties komen mensen met verschillende achtergronden samen. LISS panelleden hebben aangegeven wat voor soort mensen ze bij verenigingen en maatschappelijke organisaties ontmoeten, welke activiteiten ze ondernemen en of ze daar positief over zijn.
Hechte banden
De onderzoekers zijn nog maar net begonnen met de analyse van de gegevens. Toch komen er al interessante bevindingen naar voren. Zo blijkt dat sociale contacten onder deelnemers ook tot hechte banden leiden. Slechts 24% gaf aan nooit te praten over “belangrijke persoonlijke zaken” binnen de vereniging of organisatie, 51% zei dat met tussen de 1 en 5 mensen te doen en 25% zei met meer dan 5 personen belangrijke persoonlijke vragen te bespreken.
In lijn met de verwachting zijn mensen vaak positief (83%) over de activiteiten die ze ondernemen. Tegelijkertijd kunnen diezelfde activiteiten ook wel eens leiden tot spanning: 33% gaf aan vaker dan “zelden” gespannen te zijn als gevolg van de activiteiten.
Samenstelling
Bij vakbonden en politieke organisaties is de etnische diversiteit relatief groot: slechts 27% zei daar nooit en 39% zei daar bijna nooit mensen van andere etnische afkomst tegen te komen. In andere typen organisaties ligt dat percentage een stuk hoger. Bij culturele verenigingen of hobbyverenigingen had 68% nooit of bijna nooit contact met mensen van andere etnische afkomst.
Deze uitkomsten laten zien dat sommige verenigingen en maatschappelijke organisaties aan de randvoorwaarden voldoen om een rol te kunnen spelen in de verbetering van tolerantie of vermindering van vooroordelen. Of dat ook lukt, zal uit een vervolgonderzoek moeten blijken.
Nederlanders zijn verenigingsmensen
In vergelijking met andere landen is deelname aan verenigingen en maatschappelijke organisaties in Nederland erg populair. In het LISS panel was 23% actief betrokken bij één organisatie, 12% actief betrokken bij twee organisaties en 11% bij drie of meer.
Besteden beleggers meer als ze blij zijn? (februari 2011)
Kijken beleggers alleen naar de feiten of speelt het stemmetje in je achterhoofd ook een rol? Eerdere studies suggereren dat gevoelens invloed hebben op het gedrag van beleggers. Hirshleifer en Shumway (The Journal of Finance, 2003) tonen bijvoorbeeld aan dat aandelenrendementen hoger zijn op dagen dat de zon schijnt. Ashton, Gerrard en Hudson (Applied Economics Letters, 2003) constateren dat de Britse aandelenindex, de FTSE 100, omhoog gaat als het Engelse nationale voetbalteam wint. In deze studies wordt er gekeken naar een bepaald moment waarop mensen zich gelukkig voelen. In ons onderzoek gaat het om het algemene gevoel van de belegger.
Gevoelens en aandelen
In onze studie gebruiken wij het LISS panel om twee soorten vragen aan de deelnemers te stellen: vragen over de gevoelens van de deelnemers (Wat vindt u van het weer? Wat vindt u van het resultaat van uw favoriete voetbalteam? Hoe voelt u zich?, etc.) en vragen over de aandelenmarkt (Welk rendement verwacht u op de AEX-index? Op de S&P 500 index? Wat verwacht u voor de mate van bewegelijkheid van deze indexen? etc.). Met deze vragen keken we naar het verband tussen gevoelens en de voorspellingen voor de aandelenmarkt.
Een zonnige kijk op rendementen
We vinden een zeer duidelijke relatie. Beleggers die hun favoriete voetbalteam zien winnen, verwachten hogere rendementen dan beleggers die hun voetbalteam zien verliezen. Soortgelijke relaties vinden we voor het weer.
Bij beter weer zijn de voorspellingen ook beter. Beleggers die een winterdepressie hebben, verwachten lagere rendementen voor de aandelenmarkt dan beleggers die geen winterdepressie hebben. Gelukkige mensen schatten de rendementen veel hoger in dan ongelukkige mensen.
Risico inschatting
Opvallend is dat beleggers die een hogere winst verwachten, ook de risico’s lager inschatten. Wij hadden verwacht dat er geen verband zou zijn tussen de schatting van het risico en de winst. Klaarblijkelijk werkt het gevoel twee kanten op: gelukkige beleggers verwachten zowel hogere rendementen als lagere risico’s. Over het geheel vinden we dus dat beleggers zich sterk door hun gevoelens laten leiden. Een opmerkelijk resultaat was overigens dat beleggers zich niet laten leiden door andere sportresultaten dan voetbalresultaten. Kennelijk roept alleen voetbal emoties op die sterk genoeg zijn om voorspellingen voor de aandelenmarkt te beïnvloeden.
geschreven door Guy Kaplanski, Haim Levy, Chris Veld en Yulia Veld-Merkoulova