Onderzoekers uit binnen- en buitenland gebruiken het LISS panel om data te verzamelen voor hun specifieke onderzoek. Maar sinds de start van het LISS panel in 2007 zijn natuurlijk veel data verzameld. Deze data zijn beschikbaar voor wetenschappers en beleidsmakers. Onderzoekers kunnen er daarom ook voor kiezen al verzamelde data te gebruiken voor hun onderzoek, zonder dat zij de LISS panelleden een vragenlijst laten invullen.
Dat hebben bijvoorbeeld ook twee onderzoekers gedaan van de University of Cyprus. Zij hebben gekeken hoe nauwkeurig panelleden hun gewicht doorgeven in vergelijking met wat echt hun gewicht is. Dat kan natuurlijk alleen als het echte gewicht op de een of andere manier bekend is. In 2011 kregen 1000 huishoudens uit het LISS panel een weegschaal toegestuurd. Deze weegschaal stuurde informatie door naar een database waar gewicht en BMI werden geregistreerd. Eerder hadden panelleden hun gewicht al doorgegeven via de gezondheidsvragenlijst zodat het daar gerapporteerde gewicht kon worden vergeleken met het gewicht dat de weegschaal aangaf.
Eerdere onderzoeken hadden al aangetoond dat er een verschil was tussen wat mensen zelf rapporteerden en wat werd gemeten. Maar is dat verschil meer bij mannen of bij vrouwen, of in bepaalde leeftijdsgroepen? Duidelijk is dat mensen hun gewicht onderschatten ten opzichte van het werkelijke gewicht. Er waren geen grote verschillen te vinden tussen deze rapportage bij mannen of bij vrouwen, hoewel de vrouwen iets meer dan de mannen hun gewicht onderschatten. Personen met een hogere BMI (body mass index) onderschatten hun gewicht meer dan personen met een lagere BMI, en hoe ouder hoe vaker personen hun gewicht onderschatten.
Door het gebruik van de weegschaal zag je ook dat deelnemers gedurende het onderzoek hun gewicht steeds beter/nauwkeuriger rapporteerden. Op basis van het onderzoek ligt het voor de hand dat als onderzoekers data willen verzamelen over het gewicht van de deelnemers aan een onderzoek, dat zij de deelnemers moeten vragen om zichzelf te wegen voordat ze hun gewicht opgeven. Of–maar dat is moeilijker realiseerbaar (en bovendien kostbaar)– onderzoekers moeten deze gegevens zien te verkrijgen op een directe manier, dus meteen vanaf de weegschaal de data ontvangen.
Moeten we denken aan een groot verschil tussen het zelf-gerapporteerde gewicht en het daadwerkelijke gewicht? Nee hoor. Het verschil lag tussen 1 en 1,5 kilo.
Bron: N. Kkeli en M.P Michaelides (2023), Differences between self-reports and measurements of weight in an Dutch sample, European Journal of Environment and Public Health, 7(3).