Iedereen weet dat bewegen goed is voor de gezondheid. Sporten is niet de enige manier van bewegen. Mensen bewegen meer dan ze zelf denken. Want ook bewegen tijdens normale activiteiten telt: zoals boodschappen doen, traplopen, stofzuigen of de auto wassen. Een beweegmeter kan deze informatie goed meten, beter dan een vragenlijst.
En hoeveel iemand beweegt, gaan we nu onderzoeken. In opdracht van onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Universiteit Utrecht gaan we tussen februari en juni bij ongeveer 600 personen meten hoeveel men beweegt. Door een week lang een beweegmeter te dragen zal bijna alle beweging worden gemeten. De beweegmeter wordt op het bovenbeen geplakt met een hiervoor geschikte ‘pleister’. Met de verstrekte beweegmeter kan niet worden gezwommen of in de sauna worden gegaan, maar men kan er wel mee douchen.
Na afloop van de periode waarin het panellid heeft meegedaan, wordt de meter uitgelezen en krijgt hij/zij een persoonlijk beweegoverzicht. Daarnaast krijgt het panellid een vergoeding voor het meedoen aan dit onderzoek.
Als het onderzoek is afgerond en de data zijn geanalyseerd, zullen we natuurlijk enkele onderzoeksresultaten met u delen.
Het persoonlijke beweegoverzicht dat deelnemers na het meedoen krijgen, ziet er als volgt uit, en dan natuurlijk voor alle dagen dat men heeft meegedaan.
Per dag wordt het aantal minuten aangegeven dat iemand heeft geslapen (blauw), gelegen/dutje gedaan (geel), autogereden (roze), gezeten (geel), gestaan (groen), (hard)gelopen (rood) en gefiets (paars). Autorijden (roze) wordt apart gemeten omdat door het eventuele ‘hobbelen’ misschien onterecht kan worden geconcludeerd dat de deelnemer zelf aan het bewegen was.