Pensioenfondsen en duurzaam beleggen (april 2019)

Duurzaam beleggen wordt steeds belangrijker. Ook voor pensioenfondsen is dit de afgelopen jaren belangrijker geworden. Uit een onderzoek in september 2018 in het LISS panel onder 50- tot 65-jarigen die nog niet gepensioneerd zijn blijkt dat: 
  • bijna twee derde van de panelleden aangeeft duurzaam beleggen belangrijk te vinden.
  • een ruime meerderheid zelfs bereid is om, bij duurzaam beleggen, een één procent lagere pensioenuitkering te accepteren.
 
Deze groep is gekozen omdat zij degenen zijn die zich het meest bezig houden met hun pensioen, en die eventueel bereid zijn een lagere pensioenuitkering te accepteren als het pensioenfonds duurzaam belegt. 
Duurzaam beleggen is gedefinieerd als beleggen in ondernemingen of bedrijfstakken die een maatschappelijk verantwoord beleid voeren.
 
Ruim 65 procent vindt het belangrijk dat pensioenfondsen duurzaam investeren (antwoord van 5 of hoger op een 7-puntsschaal (van 1 totaal onbelangrijk tot 7 heel belangrijk)).  Een meederheid wil ook zelf beslissen of de eigen pensioenpremies duurzaam belegd worden (68 procent kiest 5 of hoger (waarbij 1 betekent helemaal oneens en 7 betekent helemaal eens)). In een eerder onderzoek uit 2015 was dit percentage nog 53 procent. Misschien is het verschil te verklaren door de nu gevoerde discussies over meer zeggenschap en individuele verantwoordelijkheid van de deelnemers in pensioenfondsen wat betreft het eigen pensioenkapitaal. Maar misschien ook omdat de groep respondenten die aan het eerdere onderzoek heeft meegedaan de leeftijd vanaf twintig jaar had. 
 
Het blijkt ook uit ons onderzoek dat respondenten met kinderen het vaker belangrijk vinden om de keuze te hebben of een pensioenfonds duurzaam belegt, dan respondenten zonder kinderen.  Maar mensen met kinderen vinden het minder belangrijk dat pensioenfondsen duurzaam beleggen. Hoogopgeleiden vinden het vaker belangrijk dan lageropgeleiden dat pensioenfondsen duurzaam beleggen en willen ook vaker dan anderen zelf kunnen beslissen hoe hun pensioenpremie wordt belegd. 
 
Zijn de panelleden ook bereid om een lagere pensioenuitkering te accepteren als het pensioenfonds duurzaam belegt? Om dit te onderzoeken waren de panelleden opgesplitst in twee groepen en is de vraag in elke groep op een andere manier gesteld. Dit blijkt uit te maken: men kiest vaker voor hetgeen gepresenteerd wordt als hoe de praktijk nu is bij het pensioenfonds. Als men duurzaam beleggen als standaard presenteert dan is ruim 66 procent van de panelleden bereid om een één procent lagere pensioenuitkering te accepteren in ruil voor een duurzaam beleggingsbeleid. Als niet-duurzaam beleggen de standaard is, dan is dat bijna 55 procent. De werkelijke bereidheid ligt dus ergens tussen 55 en 66 procent.
 
Een eventueel vervolgonderzoek zou nog kunnen gaan of mensen bereid zijn om ook een meer dan één procent lagere pensioenuitkering te accepteren, en of andere leeftijdsgroepen tot hetzelfde bereid zijn.