In juni 2020 heeft een aantal ouders uit het LISS panel meegedaan aan een onderzoek naar hun opvattingen over politiek. Ook hun kinderen (in de leeftijd van 15 t/m 19 jaar) werd gevraagd aan dit onderzoek mee te doen. Het doel van het onderzoek–uitgevoerd voor onderzoekers verbonden aan de Universiteit van Amsterdam–was om de opvattingen van de ouders en kinderen met elkaar te vergelijken.
Politieke kennis
Eerst werd de politieke kennis getest door drie vragen.
(Het juiste antwoord staat achter de vraag vermeld.)
Onderstaande grafiek laat zien welk percentage van de jongeren en de ouders die ondervraagd zijn, de correcte antwoorden hebben gegeven. De grafiek laat zien dat de politieke kennis van jongeren toeneemt naarmate ze ouder worden. De grootste sprong is als ze 18 jaar worden en dus de stemgerechtigde leeftijd bereiken. Tegen de tijd dat ze 19 jaar zijn is er bijna geen verschil meer met de ouders. Deze stijging van de politieke kennis sluit aan bij de politieke ontwikkeling die jongeren tijdens hun tienerjaren doormaken, ze worden langzaam politiek volwassen. Uit het onderzoek blijkt ook dat als de ouders meer politieke kennis hebben, hun kinderen gemiddeld ook meer vragen goed hebben.
Politieke opvattingen en voorkeuren
De jongeren en hun ouders werd gevraagd op welke partij zij zouden stemmen als ze mochten stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen op de dag dat ze de vragenlijst invulden. Ongeveer een derde (35,5%) van de jongeren gaf op deze vraag hetzelfde antwoord als hun vader of moeder die de vragenlijst ook invulde. Aangezien er bij deze vraag maar liefst zestien antwoorden waren om uit te kiezen (de 13 politieke partijen die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn; niet stemmen; blanco stemmen, en weet niet) is dit percentage opvallend hoog te noemen. Opmerkelijk is dat als ouders zeggen dat ze nog niet weten op welke partij ze stemmen, hun kinderen dit vaak ook antwoorden.
Verder werd aan de jongeren en hun ouders gevraagd of ze het eens zijn met uitspraken over onderwerpen zoals over de Europese Unie, immigratie en het klimaat. Ook over deze onderwerpen dachten jongeren en hun ouders vaak hetzelfde. Van de jongeren en ouders die een mening hadden over de uitspraak “De overheid moet meer maatregelen nemen om ons milieu te beschermen“, waren de ouders en hun kinderen het in 89% van de gevallen met elkaar eens (beiden eens, of beiden oneens). In slechts 11% van de gevallen verschilden ouders en hun kinderen van mening. Op de uitspraak “Het is goed voor de Nederlandse economie dat mensen uit andere landen hier komen wonen“ reageerden 75% van de ouders en hun kinderen hetzelfde, terwijl 25% van de ouders en hun kinderen van mening verschilden.
Kortom, de politieke opvattingen van jongeren en hun ouders komen vaak overeen, maar lang niet altijd. Als we ouders en kinderen met elkaar vergelijken, dan kiezen kinderen vaker voor D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren, en PVV, en minder vaak dan de ouders voor CDA, ChristenUnie, PvdA, SGP, SP, en VVD. Bij de uitspraken over onderwerpen waren de jongeren vaker voor milieumaatregelen en waren ze positiever over immigratie en de EU dan hun ouders.
Waarom lijken jongeren en hun ouders op elkaar?
Een van de mogelijke redenen waarom ouders en kinderen vaak dezelfde mening hebben is dat ze met elkaar praten over politieke onderwerpen. In deze gesprekken kunnen ouders de mening van hun kind beïnvloeden en kunnen kinderen de mening van hun ouders beïnvloeden. Uit onze gegevens blijkt dat de meeste ouders over de politiek of problemen in de samenleving met hun kinderen discussiëren. Een ruime meerderheid (69%) doet dit een aantal keer per maand of zelfs meerdere keren per week.
Nog niet alles is onderzocht, de onderzoekers willen bijvoorbeeld ook kijken naar de opvattingen van groepen jongeren die in de stad en op het platteland wonen, of die op verschillende soorten scholen zitten. Verder willen ze nagaan hoe de mening van jongeren door de tijd verandert en hoe hun voorkeur voor politieke partijen verandert rond de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Omdat te kunnen bekijken wordt er nog vervolgonderzoek gedaan.
Ouders en hun deelnemende kinderen hebben bovenstaande informatie eerder ook via een nieuwsbrief ontvangen.