Samenleven in het Nederland van de toekomst (december 2022)

We leven in een roerige tijd. Er wordt gesproken over minder verbondenheid tussen burgers en over minder vertrouwen in de overheid. Voor het project ‘Verkenning sociale cohesie in 2050’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) willen onderzoekers weten waardoor de verbondenheid met en het vertrouwen in anderen wordt bepaald. Ze zijn daarin geïnteresseerd omdat ze willen weten of, en zo ja, waardoor dat in de toekomst verandert. 

Verbonden voelen

Of je je verbonden voelt met iemand heeft bijvoorbeeld te maken met hoeveel contact je met diegene hebt en of je over belangrijke dingen hetzelfde denkt. Eén van de manieren om verbondenheid te achterhalen is te kijken hoe groepen mensen over andere groepen mensen denken en welke gevoelens ze ten opzichte van elkaar koesteren.
Onderzoek naar groepsdenken is al vaker gedaan. Vaak gaat het dan over hoe mensen met een Nederlandse achtergrond denken over mensen met een niet-Nederlandse achtergrond en andersom. In het onderzoek van het SCP wordt niet alleen daarnaar gekeken, maar ook hoe hoogopgeleide mensen over laag opgeleide mensen denken en andersom, hoe mensen van het platteland naar stedelingen kijken en andersom, en hoe jong tegen oud aankijkt en andersom. Daarvoor wordt een zogeheten thermometervraag gebruikt:

Discussie

Omdat er ook wordt gevraagd naar hoe mensen zichzelf zien en tot welke groepen men zichzelf rekent, wordt een indruk gekregen wie zich met welke anderen verbonden voelt. Tegelijk roept deze vraag zowel onder respondenten als onderzoekers discussie op, omdat de vragen algemeen gesteld zijn, en discussies rond bepaalde groepen zouden kunnen oproepen of aanjagen. Dit wordt meegewogen als het SCP de gegevens uit de thermometervraag interpreteert. Zo is het belangrijk om te zien hoeveel mensen deze vraag neutraal invullen. Wanneer dat percentage bijvoorbeeld stijgt, kan dat erop duiden dat steeds minder mensen zich herkennen in de groepscategorieën die worden voorgelegd. Dit is belangrijke informatie voor het vraagstuk van sociale cohesie. De vragenlijst “Uw mening over groepen” is in augustus aan LISS panelleden voorgelegd. Het riep bij een aantal panelleden vragen op omdat men liever uit ging van individuele personen en niet van bepaalde groepen.