Het vertrouwen in financiële instellingen heeft het afgelopen jaar niet geleden onder de coronacrisis. Het vertrouwen in andere belangrijke maatschappelijke en economische spelers bleek niet immuun voor de crisis te zijn. Zo daalde het vertrouwen in de nationale politiek en grote technologiebedrijven. Het Nederlandse publiek maakt zich vooral zorgen over de impact van de coronacrisis op de economie. Dit blijkt uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) onder ruim 2500 huishoudens in maart van dit jaar.
Publiek behoudt vertrouwen in financiële instellingen
Het vertrouwen van Nederlandse huishoudens in de financiële sector is het afgelopen jaar zo goed als immuun geweest voor de coronacrisis. Figuur 1 toont het vertrouwen in de financiële gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Bijna 70% van de ondervraagden heeft er overwegend tot volledig vertrouwen in dat banken in Nederland in staat zijn het aan hen toevertrouwde geld te allen tijde terug te kunnen betalen. Het vertrouwen dat verzekeraars hun contractuele verplichtingen nakomen ligt op hetzelfde niveau. Het Nederlandse publiek heeft iets minder vertrouwen dat pensioenfondsen in staat zijn aan hun toezeggingen aan pensioengerechtigden te voldoen in vergelijking tot banken en verzekeraars, al is het wel iets hoger dan vorig jaar.
Figuur 1. Vertrouwen in financiële gezondheid banken, verzekeraars en pensioenfondsen blijft op peil
Aandeel respondenten met overwegend of volledig vertrouwen
Bron: DNB Trust Survey 2006-2021
Verreweg de meeste huishoudens geven desgevraagd aan dat hun vertrouwen in financiële instellingen niet is geraakt door de coronapandemie. Rond de 80% van de respondenten geven aan dat zijn of haar vertrouwen in banken, verzekeraars en pensioenfondsen niet is veranderd door de pandemie (Figuur 2).
Figuur 2. Impact van de coronapandemie op vertrouwen
Bron: DNB Trust Survey 2021. Toelichting: 2558 observaties
Andere vertrouwensmaatstaven zijn niet immuun
De stabiliteit van het vertrouwen in de financiële sector staat in schril contrast met de afname van het vertrouwen in andere belangrijke maatschappelijke en economische spelers. Zo is het vertrouwen in de politiek afgebrokkeld, terwijl er een jaar geleden juist sprake was van een opleving. Vorig jaar had 52% van de respondenten tamelijk veel of volledig vertrouwen in de politiek. Nu is dat 42%. Het vertrouwen in technologiebedrijven als Amazon, Apple, Google, Microsoft en Facebook is ook gedaald. Figuur 2 bevestigt dit beeld en laat zien dat de vertrouwensafname in ieder geval gedeeltelijk toe te schrijven is aan de coronacrisis. Zo geeft 36% van de respondenten aan dat de coronacrisis heeft geleid tot een daling van het vertrouwen in de politiek en 30% dat het vertrouwen in de grote technologiebedrijven door de coronacrisis is geraakt. Daarentegen kreeg 15% van de respondenten door de coronacrisis juist meer vertrouwen in de politiek.
Zorgen over impact coronacrisis
Het Nederlandse publiek maakt zich vooral zorgen over de impact van de coronacrisis op de economie. De zorgen zijn wel minder sterk dan een jaar geleden, toen het land in de eerste lockdown zat. Nog steeds zijn de zorgen over de economie groter dan de zorgen over de gezondheid van banken, verzekeraars en pensioenfondsen en de eigen financiële situatie. Mensen met een laag inkomen, mensen die werken in sectoren die zijn stilgelegd door de lockdown – zoals de horeca –, en zelfstandigen uiten de grootste zorgen over de impact van de coronacrisis op hun eigen portemonnee.
Aan dit onderzoek hebben, naast anderen, ook LISS panelleden meegewerkt.
Bron: DNB Bulletin (2021), Vertrouwen in financiële sector overeind in coronacrisis. Dit artikel is met toestemming van de auteurs integraal overgenomen.