Eén op de drie werkenden in Nederland wil meer uren werken als daar een hogere beloning tegenover staat. Mensen willen ook meer uren werken als hun werk leuker zou zijn, als thuiswerken makkelijker kan en als er minder zorg voor kinderen zou zijn. Eén op de tien is bereid meer te werken als de baas er simpelweg om zou vragen.
Dat blijkt uit een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) onder 1.300 werkenden uit o.a. het LISS panel. Doel van het onderzoek was: uitzoeken waarom mensen in deeltijd werken en hoe ze verleid kunnen worden tot meer uren werken. Meer werken draagt bij aan het verminderen van arbeidsmarktkrapte.
Recordaantal werkenden én meer vacatures dan ooit
Nog nooit waren er in Nederland zo veel mensen aan het werk: ruim 75% van alle Nederlanders tussen de 15 en 75 jaar was eind 2022 actief op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd stonden er 442.000 vacatures open (47 per 1.000 banen), ook een record. Het tekort aan personeel vind je in de gehele breedte van de economie, zoals bijvoorbeeld in de zorg, de techniek, het onderwijs of in het vervoer. Door de vergrijzing zijn er steeds minder mensen beschikbaar voor werk, wat de krapte op de arbeidsmarkt vergroot. Eind vorig jaar werkten 4,6 miljoen mensen in deeltijd (48% van alle werkenden). Als deeltijdwerkers (mensen die minder dan 35 uur werken) meer uren zouden gaan werken, kan dit de krapte verlichten. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) willen deeltijdwerkers gemiddeld ongeveer 2 tot 2,5 uur per week extra werken. Een belangrijke vraag is daarom hoe dit kan worden gestimuleerd.
Een hogere beloning kan een deel van de mensen stimuleren meer uren te werken
Om inzicht te krijgen in de motieven van deeltijds- en voltijdswerkenden zijn met behulp van de DNB Household Survey 1.300 werkenden ondervraagd. Uit die enquête blijkt dat een hogere beloning deeltijdwerkers kan stimuleren om meer te werken, maar er speelt meer mee (Figuur 1).
Een kwart van de respondenten geeft aan dat ze meer uren willen werken bij een hogere beloning. Daarnaast geeft 10% aan dat dit niet de belangrijkste reden is, maar dat beloning wel een rol speelt. Een kanttekening bij dit resultaat is dat niet bekend is hoeveel hoger die beloning moet zijn. 17% van de ondervraagden geeft aan dat ze meer uren zouden werken als het huishoudinkomen onvoldoende zou zijn. Voor 10% zou leuker of uitdagender werk de belangrijkste reden zijn om meer uren te werken, ook de mogelijkheid om meer thuis te werken speelt mee (10% noemt dit als een reden). Minder zorg voor kinderen (12%) en goede en goedkope kinderopvang (6%) worden ook genoemd, onder ouders liggen die percentages bijna twee keer zo hoog.
Veel verschillende redenen om deeltijd te werken
Wat mensen prikkelt om meer uren te werken, is niet hetzelfde als de reden waarom men een deeltijdbaan heeft. Daarom is aan deeltijdwerkenden ook gevraagd waarom ze niet voltijd werken (Figuur 2).
De hoofdreden om niet voltijd te werken is de zorg voor (klein)kinderen (voor 21% het belangrijkst; onder ouders 38%), gevolgd door het hebben van meer vrije tijd (14%) of vanwege de gezondheid (13%). Meer vrije tijd en tijd voor het huishouden worden ook vaak als overweging genoemd, vooral door werkenden zonder kinderen. 11% van de respondenten geeft aan niet voltijd te werken omdat het financieel te weinig oplevert. Een groter deel (22%) noemt als reden voor het werken in deeltijd dat ze geen hoger inkomen nodig hebben. Ook blijkt dat 10% van de deeltijdwerkers in hun huidige baan niet voltijd kan werken en 9% geeft aan dat ze hun huidige baan daar niet aantrekkelijk genoeg voor vinden.
Voltijdwerkenden (niet in de figuur) geven daarvoor als belangrijkste reden dat zij het hogere inkomen nodig hebben (31%), dat zij plezier uit hun werk halen (18%) of dat ze een voltijdbaan normaal vinden (18%). De groep die aangeeft het hogere inkomen nodig te hebben is voor de helft jonger dan 35 jaar en werkt vaak in handel, vervoer of horeca. De motieven om deeltijd of voltijd te werken zijn dus divers en hangen van meer af dan het inkomen alleen, wat aansluit bij eerdere bevindingen van het SCP en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
1 op de 10 deeltijdwerkers zou meer uren werken als ze gevraagd worden
Door de vergrijzing zal het aantal beschikbare werknemers naar verwachting blijven afnemen. Dit vergroot de noodzaak voor werkgevers om een breed instrumentarium in te zetten om werknemers aan te trekken en het aantal gewerkte uren te vergroten. De enquêteresultaten illustreren dat hierbij een belangrijke rol is weggelegd voor werkgevers. Zoals hierboven genoemd speelt de beloning een rol en ook de inhoud en kwaliteit van het werk kan deeltijdwerkenden overhalen om meer uren te werken. Ook een betere aansluiting van werkuren op de privésituatie wordt genoemd door 16% van de respondenten (Figuur 2). ‘Laaghangend fruit’ lijkt er ook te zijn, 11% geeft namelijk aan meer uren werken te overwegen als ze daar door hun werkgever om gevraagd zouden worden.
De overheid kan ook bijdragen, ook als werkgever
De overheid kan ook een rol spelen. Uit de enquête blijkt dat kinderopvang voor ouders een belemmering kan zijn om meer uren te werken. Het is vanuit dat perspectief dan ook goed dat het kabinet kijkt naar manieren waarop het voor ouders makkelijker wordt om arbeid en zorg te combineren. Naast deze stelselverantwoordelijkheid heeft de overheid in haar rol als werkgever zelf ook te kampen met arbeidsmarktkrapte, zoals in (semi)publieke sectoren als de zorg en het onderwijs. De overheid kan daarom het goede voorbeeld geven bij het inspelen op factoren in Figuur 2, zoals het uitdagender en aantrekkelijker maken van werkzaamheden of het verbeteren van de balans tussen werk en privé. Een recent advies van de Sociaal-Economische Raad doet hiervoor aanbevelingen, zoals het beperken van overbodige administratieve druk, en wijst net als de resultaten van het DNB onderzoek op de brede aanpak die voor het oplossen van de arbeidsmarktkrapte nodig zal zijn.
Bron: DNB.nl algemeen nieuws (30 mei 2023)